Veel mensen zitten vanwege de coronacrisis thuis en hebben ineens tijd over om zich te ontfermen over ‘hulpeloze’ dieren. Ze zien bijvoorbeeld een jong vogeltje op de grond en bellen gelijk de dierenambulance. Uiteraard met de beste bedoelingen alleen heeft het tot gevolg dat hulpverleners de toestroom soms niet meer aan kunnen.
Telefoon roodgloeiend
Bij verschillende opvangcentra in het hele land komen – ten opzichte van vorig jaar – honderden extra dieren binnen. De telefoon staat de hele dag roodgloeiend. Dierenambulances rijden constant op en aan en de opvang zit bomvol. Het voorjaar is normaliter altijd een drukkere periode, alleen hebben veel organisaties deze extreme drukte niet eerder meegemaakt. Deze organisaties drijven grotendeels op vrijwilligers waarvoor de werkdruk steeds hoger wordt.
Meer oog
Mensen zien nu dingen die ze eerder niet zagen. Ze hebben meer tijd en oog voor alles in hun nabijheid. Wanneer ze bijvoorbeeld een jong vogeltje op de grond zien zitten, zijn ze sneller geneigd om deze ’te helpen’ door ermee naar een opvang te rijden. (tekst gaat door onder de foto)
Klussen en droogte
Ook het verhoogd aantal thuisklussers en de aanhoudende droogte doen een duit in het zakje. Er wordt flink geklust en opgeruimd waarbij er sneller een slapend egeltje of vogelnestje wordt ontdekt. Door de droogte zijn jonge vogeltjes eerder verzwakt. Ze hebben minder drinkwater en de wormen zitten dieper in de grond.
Goed bedoeld maar niet altijd nodig
Mensen hebben de behoefte om ‘alles te redden’. Al deze alertheid en geboden hulp is natuurlijk goed bedoeld maar niet altijd nodig. Het is belangrijk om te weten hoe de natuur werkt. Bijvoorbeeld jonge vogels krijgen de eerste dagen vliegles van hun ouders. Ze kunnen – wanneer ze uit hun nest zijn gevallen – meestal gewoon worden teruggezet.
Wanneer wel, wanneer niet?
In dit artikel worden tips gegevens over wat je kunt doen wanneer bijvoorbeeld een dier in nood hebt gevonden.
Tekst: Dierwijzer
Foto’s: Pixabay